Brand Leusderheide 18 April 1941

Voorjaar 1941 is ongewoon droog en warm.

9 april 1941 krijgt de Soesterbergse Brandweer alarm en moet uitrukken naar een heidebrand aan de rand van de Leusderheide nabij Hoogte 50. Ter plaatse blijkt de brand al geblust te zijn door manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst en de Duitse Weermacht.

18 april 1941, rond de lunchpauze, wordt de bevolking van Soesterberg en Amersfoort opgeschrikt door een explosie en rookwolken. Het blijkt dat een gedeelte van de Leusderheide opnieuw in de brand staat en wel het gedeelte waar de Duitsers munitie opgeslagen hebben.

 

 

Spoedig volgen er meer explosies en regent het bom- en mijnscherven op de Amersfoortschestraat en springen ruiten en vliegen dakpannen van de daken. Om 12.40 krijgt de Amersfoortse Brandweer een alarm melding en rukt uit naar de Leusderheide, in eerste instantie richting Doornsegrindweg. Daar kunnen ze niet verder en proberen ze de brandhaard te benaderen via de Utrechtseweg /Amersfoortschestraat.. Al vanaf de omgeving van Laan 1914 en St. Louis zijn de effecten van de brand en explosies te zien, met beschadigingen aan de villa’s en zware rookwolken. 

Foto links: Amersfoorste bevolking kijkt nabij het Belgenmonument naar de rookwolken boven de Leusderheide (foto archief Historische Vereniging Soest/Archief Eemland)


 

Op de Utrechtseweg, die voor publiek verkeer is afgezet ter hoogte van St Louis, is het een komen en gaan van Duitse voertuigen, die ook met man en macht uitgerukt is. De Amersfoortse Brandweer wordt ingezet bij Hebron (Zon en Schild) waar enkele branden in de omgeving van de gebouwen woeden. De patiënten worden daar in allerijl geëvacueerd. De brand nadert daar dicht de Utrechtseweg en men moet voorkomen dat de brand overslaat naar de Vlasakkers. Het gebied ten westen van Zon en Schild is al onbegaanbaar door rondvliegende scherven.

Door de straffe oostenwind verspreidt de brand zich snel richting Soesterberg.

Foto rechts: Een Duitse soldaat heeft vanaf de rand van de Leusderheide een explosie vast weten te leggen op de gevoelige plaat. Op dat moment nog op veilige afstand.

Over de hele Amersfoortschestraat worden gebouwen beschadigd door rondvliegende scherven en de luchtdruk van de explosies. KiNaBu, de Geniekazerne, Hemalie en alle villa’s in dat gebied hebben het zwaar te verduren, alsook de wijk Ons Belang.  Dakpannen kletteren van het dak, plafond en gipsmuren denderen naar beneden, evenals spiegels, tegels en wasbakken. Er ontstaan scheuren en gaten in gevels en buitenmuren, schoorstenen en kozijnen en ander timmerwerk raakt ontzet.

Een groep Nederlandse arbeiders die namens de Nederlandse firma A.J. Schoolderman (gevestigd in Den Dolder) grond- en bouwwerkzaamheden uitvoeren op het voormalige Geniekamp (Hoogte 50) moeten hals over kop het gebied verlaten met achterlating van hun persoonlijke bezittingen die, waarschijnlijk met barak en al, in de brand verloren gaan. In mei vragen ze schadevergoeding aan voor de verloren gegaan zijnde kruiwagens, gereedschap, overjassen en fietsen.

 

Ook de Flakstelling aan de Richelleweg wordt bedreigd door de brand. Een munitiebunkertje aan de zuidrand van het terrein vliegt de lucht in, en met spaden en ander materiaal gaan de manschappen de brand in de heide te lijf om te voorkomen dat de brand verder gaat in het terrein van de Flakstelling.

 

 

Om 12.46 krijgt de Soesterbergse Brandweer het alarm binnen. Ze rukken uit naar het gebied maar worden ter hoogte van de Richelleweg tegen gehouden door Duitse militairen, omdat de brand woedt op militair Spergebied. Naast dat het verboden gebied is voor burgers, is het levensgevaarlijk door rondvliegende scherven. De Duitse Fliegerhorst Feuerwehr en Duitse militairen zijn ter plekke maar kunnen weinig uitrichten tegen de brand die hevig woedt in de heide en het gevaar van rondvliegende scherven.

 

 

De hele middag blijven er stapels munitie ontploffen. Van 13 tot circa 15 uur vrij intensief en van 15 tot 17 uur met langere tussenpozen. In totaal worden er 127 zware explosies geregistreerd door de KNMI. De bevolking van Soesterberg en de Amersfoortse kant van de Amersfoortschestraat/Utrechtseweg wordt geëvacueerd. Vanuit het dorp zijn de rookpluimen op de hei goed te zien.

     

 

De Stichtse Margarine Fabriek aan de Amersfoortschestraatweg 78 is in brand gevlogen door hete scherven of vonken in het rieten dak en spoedig slaat de brand oncontroleerbaar om zich heen doordat ook de hete olieën vlam vatten. Ook de naast gelegen carrossiefabriek De Haan en bijbehorende woning slaan in brand, en de woning op Amersfoortschestraat nummer 70. De Soesterbergse Brandweer kan de brand niet blussen en richt zich op het voorkomen van het overslaan van de brand op andere gebouwen. Versterking komt van andere brandweerkorpsen. Zelfs uit Amsterdam, die op bevel van Duitse autoriteiten in de vroege middag komt assisteren met 7 auto's en 6 aanhangmotorspuiten. Maar de situatie is gecompliceerd doordat de aansluitingen en koppelingen van de slangen verschillend zijn.

   

                 

Vanaf 17 uur zijn er geen verdere munitie-explosies meer, maar in de avond en volgende ochtend zijn alle ingeschakelde brandweereenheden nog volop bezig met blussen en nablussen.

 

 

De Amersfoortschestraat blijft nog 2 dagen afgesloten voor verkeer en de volgende dagen staan in het teken van het opruimen van alle rondslingerende scherven, munitie, afgerukte boomtakken, puin enzovoort. Vooral op de Leusderheide ligt het in een maanschapland van kraters vol met rondgeslingerde munitie die door de explosies onstabiel is geworden. Dat wordt verzameld en gecontroleerd vernietigd, waardoor er ook de volgende dagen nog zware explosies klinken. Menig Duitse soldaat laat zich fotograferen met enorme scherven die ze her en der aantreffen.

 

 

 

 

  

Enkele huizen in Ons Belang (o.a. Dijkhuisstraat 4, op dat moment bewoond door de familie Papot) zijn zodanig beschadigd geraakt dat ze onbewoonbaar zijn geworden. Door de Rijkscommissaris wordt een fonds gesticht voor het uitkeren van voorschotten van de schadevergoedingen. In het hele dorp zijn ruiten gesprongen, maar de zwaardere gevallen langs de Amersfoortschestraat en in Ons Belang betreffen ontzette of zelf geheel weggeslagen gevels, ernstige scheuren in metselwerk en plafonds, ingestorte schoorstenen etc. 

 

 


  Fotos boven: Schade aan en in villa's (waaronder de gevorde villa's Hemalie en KiNaBu) aan de Amersfoortschestraat en in Ons Belang.

Links: Schade door de munitie-explosies aan de woning van familie Bosch op de Amersfoortschestraat 78E, pal naast de Dumoulinkazerne. Dakpannen naar beneden gekletterd, een gesprongen raam en sponningen ontzet. 
Foto: Familie-archief A.W.H. Ter Laan-Bosch

Foto onder: Foto van gesprongen ruiten en afgevallen dakpannen aan een schoolgebouw in het dorp.

  

De Nederlandse pers krijgt de opdracht om niet te publiceren over de brand. "ANP Den Haag: berichten over den brand op de Leusderheide zijn tot nader order gesperrt"
Aangezien de zware ontploffingen en de Brandweer-activiteiten in de hele omgeving niet ongemerkt gebleven kunnen zijn geweest, verschijnen er ‘afleidings’ berichtgeving over een brand op de heide bij Leersum.
De ondergrondse pers publiceerde het voorval wel, zoals Vrij Nederland en Let op uw Saeck, welke rechts is afgebeeld.

 


Het boerderijtje/uitspanning staande in de legerplaats en genummerd 3, ook wel bekend als het ‘Blauwe Huisje’ raakte ook door de brand en explosies ernstig beschadigd en wordt onbewoonbaar verklaard. Het was eigendom van G.H. Bloemheuvel. Bewoner W. Bekhorst verhuisde noodgedwongen naar een adres in Amersfoort. September 1941 bleek het huisje op last van de Duitse weermacht gesloopt te zijn.

Volgens een Duits rapport zijn er 13 Duitse militairen en 1 Nederlander omgekomen tijdens de brand, waaronder een deel door rookvergiftiging en mogelijk een deel door verwonding door luchtdruk en rondvliegende scherven. Tevens wordt gerapporteerd dat er 40% van de 830.000 kg opgeslagen munitie verloren gegaan zou zijn. 

 


 

De officiële oorzaak die door de Duitse instanties gegeven wordt aan de brand het onvoorzichtig omgaan met lichtspoormunitie in de droge heide. Maar er zijn verschillende Nederlandse burgers die (ver) na de oorlog verklaren sabotage gepleegd te zouden hebben. Ook in Duitse kringen wordt gesproken over mogelijk sabotage. Op 13 mei worden weer beginnende branden ontdekt in de omgeving van het vliegveld. Kort na de ramp wordt in april en mei 1941 een aantal maatregelen door de Wehrmacht afgekondigd die herhaling van schade door brand moet voorkomen. Dat zijn onder andere een verkondiging voor het verwijderen van dor kreupelhout in de regio Soesterberg-Den Dolder, het lopen van brandwachten rondom het vliegveld, het verscherpen van het uitgangsverbod in Soesterberg en het volledig Spergebied maken van de Leusderheide in mei 1941. 

Voorjaar 1942 worden er wederom maatregelen genomen m.b.t. brandgevaar Leusderheide (met dank aan Aad Huiding):



 


Bronnen:

Collectie SLS39-45, Archief Brandweer Soesterberg, lezing dhr., Vivie Brandweer Amersfoort, artikel Dik Top, Gemeentearchief Soest, persoonlijke verslagen en dagboeken, Aad Huiding, fotocollectie Dhr. Lans (Dhr. Lans runde in de oorlogsjaren een apotheek in Soesterberg waar hij ook foto’s ontwikkelde. Veel Duitse soldaten lieten hun foto’s bij hem ontwikkelen, waar hij extra afdrukken maakte en verzamelde in een eigen archief)

Lees hier een dagboekstuk over deze brand: http://blijdenstijn.blogspot.nl/2014/04/18-april-1941-vrijdag.html